De rok is waarschijnlijk semi-ceremonieel. Douglas (1958) geeft een beschouwing over het gebruik van raffia bij de Lele. Hier wordt raffia gebruikt als ruilmiddel, soms als betaalmiddel. Het is een bezit en een waarde maatstaf. Ook de status van de ontvanger van goederen bepaalt de prijs in raffia.
Twee lengtes raffiaweefsel wordt gebruikt voor een mannen- of vrouwenrok. Vijf tot tien lengtes (zonder borduurwerk) wordt gebruikt als semi-ceremoniële rok. Tien lengtes met geappliqueerde rand wordt gebruikt als dansrok (mapel mahangi).
Raffia is het gezamenlijk bezit van de erfgenamen, in vrouwelijke lijn, van de groep. Elke dag gedragen, gaat een rok ongeveer vier maanden mee.
Bij het bereiken van de volwassen leeftijd moet een jongen 20 doeken aan zijn vader geven. Een man geeft 20 doeken aan zijn vrouw bij iedere geboorte. Bij overlijden van de schoonouders krijgen zij deze 20 doeken van de man mee als grafgift.
Onenigheid wordt ook vaak beslecht met het aanbieden van raffia. Speciale gelegenheden worden bezegeld met raffia. Indien iemand lid wordt van een cultusgroep wordt door hem raffia geschonken dat vervolgens onder de groepsleden wordt verdeeld.
In sommige gevallen kan raffia vervangen worden door geiten, Congo-francs of camwood (hard rood hout, afkomstig van een Afrikaanse boom, phia nitida, vaak gebruikt vanwege de rode kleurstof). Geiten hebben alléén een geldwaarde en worden niet gegeten.
Indien gebruikt als betaalmiddel, wordt bij raffia wel afgeweken van het juiste aantal. Echter bij camwood en geiten niet. Ten opzichte van vreemde bevolkingsgroepen wordt raffia echt als geld gezien. Omdat de waardering van Congo-francs anders was dan de waardering van raffia, was het bijna onmogelijk raffia voor francs te kopen. Het heeft een andere status dan geld. Heeft iemand veel raffia, dan zal hij daar altijd van uitdelen aan anderen en aldus status of goodwill verwerven. Raffia heeft een sociale rol voor dorpen ten aanzien van elkaar, onder andere bij huwelijken. Ook rechten over een vrouw of slaaf worden voldaan door middel van raffia. Raffia wordt dus in tegenstelling tot geld voornamelijk gebruikt als 'status-betaalmiddel'.
Vervaardiging
De randen van de doek zijn met de hand gezoomd.
Het weefwerk werd door mannen gedaan op een roller-ophalergetouw. Het is niet bekend van welke bevolkingsgroep deze rok afkomstig is. Bij de Lele wordt over het algemeen in linnenbinding geweven en komen weinig figuren voor. Hooguit maakt men variaties met de verschillende kleuren raffia.
Bij de Lele kan iedere man en iedere vrouw weven. Omdat oudere mannen meer tijd hebben om te weven nemen zij deze taak soms over van de jongere mannen.
Voor het winnen van de raffia-vezel snijdt men van een jong, bijna volgroeid raffiablad enkele bladvinnen af. Aan de doffe zijde van het blad maakt men een ondiepe insnijding en trekt de vezels van de bovenkant eraf. Zij worden dan gedroogd en eventueel geverfd. Wanneer raffia in de schaduw gedroogd wordt blijft zij licht van kleur, gebeurt dit in de hut bij de rook van het vuur dan wordt deze warmbruin. In de zon gedroogd wordt de raffia donkerder. Geel wordt verkregen door de schors van de wortelknol van Cochlospernum Incamum Robyns (een struik). Hiertoe wordt de raffia eerst in koud water voorgeweekt, waarna de verpulverde schors toegevoegd wordt. Wordt de gele raffia geweekt in water met palmhoutas, dan wordt deze oranjerood. Voor bruin wordt de gele raffia in bepaalde moddersoorten gelegd. Blauwzwart verkrijgt men door voorverven met schors van de mpal'oteboom (zie Van der Vloet, 1988: 54 en 55). The skirt is probably semi-ceremonial. Douglas (1958) gives a consideration of the use of raffia among the Lele. Here raffia is used as a means of exchange, sometimes as a means of payment. It is a possession and a measure of value. The status of the recipient of goods also determines the price in raffia. \Two lengths of raffia fabric is used for a men's or women's skirt. Five to ten lengths (without embroidery) is used as a semi-ceremonial skirt. Ten lengths with appliqued border is used as a dance skirt (mapel mahangi). \Raffia is the common property of the heirs, in female line, of the group. Worn every day, a skirt lasts for about four months. \If a boy reaches adulthood, he must give 20 cloths to his father. A man gives 20 cloths to his wife on every birth. On the death of the in-laws, they receive these 20 cloths from the husband as a grave gift. \Disagreements are also often settled by offering raffia. Special occasions are sealed with raffia. In some cases, raffia can be replaced by goats, Congo francs or camwood (hard redwood, from an African tree, phia nitida, often used for its red dye). Goats only have a monetary value and are not eaten. If used as currency, raffia does deviate from the correct number. However, with camwood and goats this is not the case. In relation to foreign populations, raffia is really seen as money. Because the valuation of Congo francs was different from that of raffia, it was almost impossible to buy raffia for francs. It has a different status than money. If someone has a lot of raffia, he will always hand it out to others and thus acquire status or goodwill. Raffia has a social role for villages in relation to each other, for example in marriages. Rights over a woman or slave are also fulfilled through raffia. Thus, unlike money, raffia is mainly used as a 'status payment' tool.‖ The edges of the cloth are hand-sewn. \The weaving was done by men on a roller-op loom. It is not known to which ethnic group this skirt belongs. The Lele are generally woven in linen weaves and there are few figures. At the most variations are made with the different colors of raffia. \Every man and woman can weave for the Lele. Because older men have more time to weave, they sometimes take over this task from younger men.\To obtain the raffia fibre, a few leaf fins are cut from a young, almost fully-grown raffia leaf. On the dull side of the leaf, one makes a shallow incision and pulls off the fibers from the top. They are then dried and possibly dyed. If raffia is dried in the shade it remains light in colour, if it is dried in the hut near the smoke of the fire it turns warm brown. When dried in the sun the raffia becomes darker. Yellow is obtained from the bark of the tuber of Cochlospernum Incamum Robyns (a shrub). For this purpose the raffia is first soaked in cold water, after which the pulverised bark is added. If the yellow raffia is soaked in water with palm wood ash, it turns orange-red. For brown, the yellow raffia is laid down in certain types of mud. Blue-black is obtained by pre-dyeing with bark from the mpal'ote tree (see Van der Vloet, 1988: 54 and 55).
- Place Discussed
- Congo (the Democratic Republic of the)
- Published in
- Congo (the Democratic Republic of the)
- Reference
- TM-A-11188
- Rights URI
- http://rightsstatements.org/vocab/InC/1.0/
- Source
- Europeana https://www.europeana.eu/en/item/2048221/europeana_fashion_185785